In het recente nummer van het studieblad “Dicht op het Woord”, ging ik in op een vertaalkwestie rondom het woord pistis, dat meestal met “geloof” vertaald wordt. Uit allerlei onderzoek is gebleken dat de betekenis van het woord veel dichter richting trouw/vertrouwen gaat, in plaats van alleen geloof. Het beste zouden we dan ook de meeste voorkomens van het woord “geloof” vervangen door “trouw” of “vertrouwen”. Maar dat is nogal wat, en vertaling waar “geloof” bijna niet meer in staat. En hoe vertalen we dan “gelovige” en “ongelovige”? Wordt dat “(ge)trouwe” en “ontrouwe”? Ik ga er zelf nog langer over nadenken, maar laat gerust weten wat jullie denken! Je kan reageren bij de “vragen/kwesties” in de app, of via het contact gedeelte van de website.
Hieronder de studie uit het blad: